Op een heerlijke nazomerdag in september 2019 waren wij op bezoek bij champagnemakers Charlier & Fils in Châtillon-sur-Marne. Een van de laatste wijnmakers die de traditie van opvoeding in “Foudres de Chêne”, de voor hen kenmerkende grote eikenhouten vaten, in stand houden. Tijdens de rondleiding vertelde Maxime Perrin, vijfde generatie wijnmaker binnen het familiebedrijf, over hun filosofie, stijl en geschiedenis.

Het huis is voortgekomen uit het harde werken van twee gepassioneerde families van echte champagnewijnbouwers, de families Charlier en Perrin. Beide families drukten hun eigen stempel op het landgoed. De kennis en ervaring wordt sinds 1892 van generatie op generatie doorgegeven. In dat jaar begon Armand Perrin, een professionele kuiper (maker van vaten en tonnen), met het promoten van de champagne, geproduceerd in zijn vaten. De zoon van Armand, ook Armand geheten, en zijn zoon Maurice verfijnden het maakproces verder, waardoor zij de druivenopbrengst en kwaliteit van de champagnes verder wisten te verbeteren. Zo behaalden zij talrijke prijzen tijdens wijncompetities.

Het jaar 1992 was een keerpunt voor het wijnhuis. Carole Charlier en Yves Perrin, vierde generatie binnen het bedrijf en inmiddels een aantal jaar getrouwd, namen het beheer van het landgoed over. In 2000 creëerden ze een proefkelder om hun klanten de gelegenheid te geven om de wijnen op het chateau te kunnen proeven. Ook werden er nieuwe vaten aangeschaft om de kwaliteit van de vinificatie te behouden. Hun zoon Maxime voegde zich in 2004 bij de wijnmakerij. Hij vertelt ons met passie over de wijnranken en de houten vaten. Hij laat ons een hoekje van de kelder zien waar hij zes kleine eiken vaten heeft staan.
Gewoon een experimentje, voor de lol!” verzekert hij ons. “Charlier & Fils zal altijd grote vaten voor de wijnen blijven gebruiken.

In een van de Foudres de Chêne hebben zijn ouders een proefruimte gemaakt. We gaan even zitten terwijl Maxime ons meer over het vinificatieproces uitlegt. Charlier & Fils biedt een zeldzaamheid in Champagne. Ze begrijpen het samenspel wat ontstaat tussen hout en wijn als geen ander. Alle cuvées worden minimaal acht maanden in de Foudres de Chêne gerijpt. De vintage wijnen en gedistilleerde dranken zelfs een aantal jaren. Na deze acht maanden op het hout moeten de wijnen rusten, minimaal vier jaar. Een uitzonderlijk lange tijd: de meeste champagnes komen na vijftien maanden al op de markt. Grote huizen gebruiken dit proces alleen voor hun uitzonderlijke jaargangen, Charlier & Fils tijdens iedere productie!

De kelder bevat 57 Foudres de Chêne, waarvan sommige met de hand zijn uitgehouwen en waar al generaties lang goed voor wordt gezorgd. We zien tijdens onze wandeling door de kelder onder andere een houtsnijding van Bacchus, de god van de wijn, en de monnik Pierre Pérignon.
Maar we zijn toch wel benieuwd, waarom nou die grote vaten? We hebben immers ook kleine vaten gezien in de kelder. Maxime legt het ons haarfijn uit. Bij grote vaten is de verhouding wijn ten opzichte van hout en zuurstof lager dan bij kleine vaten. Daar heeft meer wijn interactie met zuurstof en het hout. 

Door het gebruik van Foudres de Chêne worden zo de aroma’s van de wijn geleidelijk onthuld. De wijnen profiteren van een langzame, natuurlijke micro oxidatie die gunstig is voor hun perfecte ontwikkeling. Dit is omdat eikenhout het enige materiaal is dat de wijn laat ademen, en het volume van het vat zorgt ervoor dat relatief minder wijn direct contact heeft met het hout. De aroma’s van het hout verhogen vervolgens de subtiele nuances van de champagne door een wonderbaarlijke complexiteit te creëren, waardoor buitengewone smaken naar voren kunnen komen. Inmiddels aangeland in de proefkelder kunnen we niet anders dan dat beamen.

Klik hier om deze champagnes zelf te proeven.

Foto credits: Charlier & Fils